Afgraving Staringlaan

Archeologisch onderzoek aan de Jan Wolkershof Soest in de midden steentijd.

Sporen van prehistorische jager-verzamelaars zijn zeldzaam in Midden-Nederland. Als ze gepaard gaan met duizenden stukjes vuursteen, en intact zijn gebleven onder een eeuwenoude bodem, spreken we met recht van een unieke vondst.

Waar nu de Jan Wolkershof ligt, lag tot in 2013 het korfbalveld van de Eemvogels aan de Staringlaan. Woningbouw op deze locatie was al jarenlang onderwerp van gesprek in Soest. Dat dit veldje het toneel werd van een groot Steentijdonderzoek kwam totaal onverwacht.

In 2013 legden enkele proefsleuven de eerste geheimen van het terrein bloot. Onder de bovenste grondlaag en een dikke laag stuifzand, lag een onaangetaste grondlaag uit de Midden Steentijd (10.800 tot 6900 jaar geleden). In die grondlaag vonden we allerlei stenen ‘artefacten’. Gereedschappen die mensen vroeger gebruikten om bijvoorbeeld te jagen.

De ontdekking was zo bijzonder dat het gehele terrein onderzocht moest worden alvorens er woningen gebouwd mochten worden. Van september tot en met december 2015 is een grootschalige opgraving uitgevoerd op het terrein. Als eerste stap werden over het gehele veld boringen gezet. Met deze boringen werd gekeken waar exact de vuursteenclusters (concentraties vuursteen die wijzen op een activiteit of kampement) zich bevonden.

Dit vuursteen vonden we door de inhoud van de boringen in wasmachines te zeven. Het zand spoelt daarbij weg, en de vondsten blijven achter op het zeefgaas.

De vuursteenclusters zijn opgegraven in vakjes van 50x50x5 cm en nauwkeurig gedocumenteerd. In totaal zijn er ongeveer 7500 van deze vakjes geschept, waarna de grond werd gezeefd.

De hoeveelheid artefacten die we vervolgens op deze locatie hebben gevonden, is veel hoger dan op de meeste andere plekken in Nederland; maar liefst 70.000 stukjes vuursteen! Bovendien hebben we een heel bijzonder soort gereedschap gevonden. Zogenoemde ‘maretakspitsen’, die de vorm hebben van de blaadjes van de maretak.

Door het onderzoek is duidelijk geworden dat Soest circa 9000 jaar geleden het toneel was van groepjes jager-verzamelaars die hier elke zoveel jaar – Nederland werd in die tijd alleen tijdens de warmere zomermaanden aangedaan – hun kampement opsloegen. Mensen leefden in kleine groepjes en trokken rond. Het waren ‘jager-verzamelaars’. Ze joegen op de dieren in hun omgeving. En verzamelden bijvoorbeeld bessen en planten om te eten. En stenen om pijlpunten van te maken om mee te jagen. En als er weinig meer te vinden was in de omgeving, dan trokken ze verder.

Toen de opgraving er vlak voor kerst 2015 bijna op zat, vonden de archeologen ook nog een groot aantal haardkuilen. En vlekken in de bodem die lijken te duiden op een hut. Als we kijken naar wat we weten over het leven in de Midden Steentijd, dan is dat erg ongebruikelijk. Omdat ze niet lang op één plek woonden, maakten ze geen grote hutten. Of in ieder geval niet op zo’n manier dat we daar nu nog restanten van vinden. Dat we nu op de Jan Wolkershof iets gevonden hebben dat lijkt op een hutstructuur, is daarom uniek. En zoveel haardkuilen bij elkaar, doet vermoeden dat er op deze plek misschien toch meer mensen bij elkaar woonden dan we verwachten van jager-verzamelaars.

Na de Midden Steentijd is de plek lange tijd verlaten, omdat het gebied te nat werd om prettig te wonen. Gedurende de Middeleeuwen is het terrein vervolgens volledig overstoven met fijn zand. Dit pakket dekte de prehistorische vondsten af, waardoor ze zo goed bewaard zijn gebleven.

In 2018 heeft de Gemeente Soest een publieksboekje uitgebracht over de archeologische opgraving. Een pdf van dit boekje kunt u hier downloaden.